Archief van de categorie ‘Klassiek Uitgelicht’

Column klassiek uitgelicht: de ware Bachfilm

donderdag, 12 april 2012

Een ware Bach-adept zal zijn hoofd ontbloten als hij voor het eerst de Thomaskirche in Leipzig, waar Bach het grootste gedeelte van zijn leven werkte, betreedt, en geneigd zijn zelfs zijn schoenen uit te doen als hij het koor van de kerk, waar Bach begraven ligt, nadert. Zo diep kan de eerbied zijn voor de grote cantor en componist. Het is echter maar de vraag of de echte Bach onder de met bloemen gesierde zerk ligt, omdat men pas ruim een eeuw na diens dood zijn stoffelijke resten opgroef op de plek waar het oorspronkelijke graf werd gelokaliseerd. Het beeld dat wij van Bach hebben, is verraderlijk en getroebleerd, zo stelde Paul Hindemith al in zijn bijdrage ‘J.S. Bach, ein verplichtende Erbe’ (1950). Achter de geniale kunstenaar schuilt niet alleen de schepper van de Mattheuspassion maar ook een burgervader die zijn kasboek op orde tracht te houden en een ver familielid kapittelt over het zenden van een fles wijn vanwege de hoge tolkosten. Het beeld van Bach als hoog en verheven, doch in zijn tijd miskend genie, is in deze tijden al bijgesteld en genuanceerd dankzij diverse biografen, waarvan Christoph Wolff de belangrijkste, en meest evenwichtigste is. Maar veel van Bachs leven blijft in nevelen gehuld en een bron van speculatie. Geen wonder dat diverse filmmakers zich tot het maken van een biopic lieten inspireren, al was het maar om de appetijt van de immer aanwezige schare Bachfans te kunnen bevredigen.

Vrij recent is ‘Mein Name ist Bach’ van de Zwitserse regisseuse Dominique de Rivaz uit 2006, getiteld naar Bachs eerste woorden aan een douanier van de Koning van Pruisen, die op zijn Pruisisch – vrij onbeschoft dus – vraagt wie de twee mannen in de koets zijn en wat ze komen doen. De film is gebaseerd op het bezoek dat Bach met zijn zoon Friedemann in 1747 bracht aan Frederik de Grote, militair en muziekliefhebber en een even legendarisch historische figuur als de componist zelf. De film is neergesabeld door puristen die van mening zijn dat het daarin geschetste beeld de historische werkelijkheid, zover die te benaderen is, geen recht doet. De regisseur gebruikt echter wel degelijk verifieerbare feiten, maar kiest er voor eigentijdse elementen in de film op te nemen. Frederik is de jonge homoseksuele man met een vadercomplex en Bach is geen heilige, maar een ietwat vermoeide autoritaire componist, die Zijne Koninklijke Hoogheid direct in de gaten heeft, en niet meteen naar zijn pijpen wenst te dansen. Een confrontatie tussen de fluitspelende hooggeborene en de nurkse componist kan dus niet uitblijven. Zeer humoristisch zijn de scènes waarin Bach en Frederik in compromitterende pose gezamenlijk op ’s konings kameel een ritje maken, alsook de jamsessie waarin beide heren de frustraties in hun leven van zich af kunnen spelen.

Een wat rustiger en authentieker beeld geeft wellicht de film ‘Johan Sebastian Bach’ uit de reeks ‘Grosse Geschichten’ uit het TV-archief van de voormalige DDR. De film – onder regie van Klaus Eidam, die, zoals in zijn Bach-biografie van 15 jaar later zou blijken, over een goed dramaturgisch talent beschikte – werd uitgezonden in het jubileumjaar 1985 en geeft een ontroerend portret van Bach aan de hand van vier fases in zijn leven. Ulrich Thein zet in deze serie een doorleefde Bach neer, zoals die in de nagelaten brieven naar voren komt: ietwat vormelijk en bescheiden, koppig en driftig als het moest, en een familieman, die in zijn ‘vrije tijd’ gestaag doorwerkt aan zijn oeuvre. Ook de overige andere personages zijn prachtig uitgewerkt en worden vertolkt door een uitstekende cast. Een kleine dissonant is misschien het sentimentele optreden van de destijds bekende Franziska Troegner, als Bachs tweede vrouw, Anna Magdalena. Al met al echter, een goede investering van het DDR-regime, waarvan ook nu veel valt te genieten.

DK439 ‘Mein Name ist Bach’ (Speelfilm van Dominique de Rivas)

DK429 Johann Sebastian Bach (Televisiefilm van Klaus Eidam, DDR-produktie ‘Grosse Geschichten’)

Biopics van andere componisten:
DK219 Mozart – Das Wahre Leben Des Genialen Musikers (Marcel Bluwal)

DK217 Notturno (Speelfilm over de laatste dagen van Franz Schubert van Fritz Lehner)

DK216 Frühlingssinfonie (Speelfilm over de liefde tussen Schumann en Clara Wieck van Peter Schamoni)

Column klassiek uitgelicht: Curlew river van Benjamin Britten

woensdag, 25 mei 2011

Portret Benjamin BrittenEen van de hoogtepunten van het Holland Festival van vorig jaar was de uitvoering van een relatief onbekende, maar belangwekkende compositie: Curlew River, a parable for a church performance (1956) van Benjamin Britten (1913-1976). De parabel speelt zich af in de middeleeuwen en gaat over een vrouw, Madwoman, die, zoals de naam al aangeeft, gek van verdriet, op zoek is naar haar ontvoerde kind. Ze komt bij de Curlew River, een mythische rivier die het westen van het oosten scheidt. De ferryman, de bestuurder van de pont van de Curlew, heeft het druk. Aan de overkant van de rivier is veel volk op de been rond het graf van een heilige. De bootsman en de omstanders drijven de spot met Madwoman, maar ze krijgt, nadat ze een lied heeft gezongen, permissie mee te varen. De ferryman herinnert zich dat een jaar eerder er een adellijke, christelijke jongen op de pont meevoer, in gezelschap van een heidense Noorman. Te zwak om nog verder te reizen blijft de jongen achter en sterft; hij wordt begraven in de nabijheid van de kapel op de oostelijke oever van de Curlew. Het blijkt de zoon van Madwomen te zijn, en als zij aankomt bij zijn graf, verschijnt zijn geest en zegent hij zijn moeder en gebiedt haar niet verder te treuren.

Britten voert je mee naar de donkere middeleeuwen, maar niet zoals Wagner dat in zijn opera’s doet. Geen bombast; met een handvol instrumentalisten en zangers – allen mannen, zoals de oude kerkelijke traditie voorschrijft – weet hij de voor hem typerende ‘suspense’ te creëren. Feilloos weet hij in noten en instrumentatie de personages te karakteriseren. Tot in de kern treffen ijzingwekkende rijzende en dalende glissandi het geweeklaag van madwomen en een heen en weer springende, toeterende hoorn vergezelt de immer wat rauwe ferryman. Het doet soms atonaal aan, en Britten schuwt af en toe een clusterakkoordje niet, maar nergens verheft hij een bepaalde compositietechniek tot zijn credo. Dat heeft hij niet nodig. Zijn muziek is door en door Engels, wars van dogma’s, en altijd met een lichte, melodieuze toon. Tekst en muziek vormen een volmaakte symbiose, die je alleen bij de grootste componisten aantreft. Plotseling wordt zo de grauwe, door de muziek bijna aanraakbare mist rond de Curlew verjaagt als Britten halverwege het stuk, Madwomen een ode aan de vogels van de Curlew laat zingen, die zowel de Ferryman als de luisteraars niet onberoerd kan laten.

Het is opmerkelijk dat dit meesterwerk, met een zeer bescheiden bezetting, niet vaker wordt uitgevoerd. Er bestaan slechts een bescheiden aantal opnames en het is frappant dat een luisteraar die vertrouwd is met de passies van Bach, geen notie heeft van dit geniaal getoonzette lijdensverhaal. Een enkele recensent beweert dat dit werk op termijn als een van de belangrijkste religieuze werken van de 20e eeuw zal worden beschouwd. Hij zou wel eens gelijk kunnen krijgen.

Een uitvoering die de Muziekbank in haar collectie heeft:

CK6117
Benjamin Britten












Zie voor een eigentijdse uitvoering op Youtube.

Richard Strauss: Morgen!

woensdag, 2 februari 2011

U kent dat vast wel: die minutenlange extase bij het beluisteren van een bepaald muziekstuk. Eigenlijk kun je zo’n moment niet in tijd vatten, je bent namelijk even weg, vertoeft even in de eeuwigheid. Ik heb dat zelf met het lied ‘Morgen!’ van Richard Strauss (1864-1949). In dit miniatuurtje – een huwelijksgeschenk aan zijn vrouw – bereikt de componist naar mijn smaak hogere toppen dan in zijn reusachtige Alpensymfonie, en raakt hij zelfs de hemel aan.

Ik herinner me een conrector op de middelbare school die een hartgrondige hekel had aan deze geniale Beierse musicus. De man had de oorlog bewust meegemaakt, en familie verloren, en kon de coöperatieve instelling van Strauss ten aanzien van de Nazi’s – hij was een tijdlang president van de Reichskulturkammer – niet vergeven; zo ging dat nog in de jaren ’80. Het lied biedt overigens ook voor nu pikante details. De tekstdichter was John Henry Mackay (1864-1933), anarchist en filosoof. Hij schreef niet alleen, maar was ook voorvechter voor de acceptatie van pedofilie; kom daar in deze tijd eens om.
Maar wat een muziek!

Hieronder staan een aantal uitvoeringen die de Muziekbank in haar collectie heeft.

CK5676: Barbra Hendricks: de oorspronkelijke versie voor sopraan en piano

CK4118: Dietrich Fischer-Dieskau: ook de pianoversie, maar dan gezongen door een bariton. Dus getransponeerd en met een bepaald andere klankkleur.

CK6386: Anna Netrebko met Joshua Bell

CK5537: Kate Royal met the Academy of St. Martin in the Fields: orkestversie dus.

Ook op Youtube is dit muziekstuk te vinden.

Jan Braakman, 31-januari 2011.

Heimatvertrieben

woensdag, 8 december 2010

Kunstenaars leiden vaak een onzeker bestaan, zeker in het interbellum. De Zwitser Ernst Křenek (1900-1991), wiens werk als ‘entartet’ in de ban werd gedaan, vluchtte in 1938 voor de Nazi’s naar de VS. Vitezslava Kapralova (1915-1940), een Tjechische studente van Martinu en zeer getalenteerde componiste besloot niet naar haar vaderland terug te keren toen Duitsland in datzelfde jaar het Sudetenland bezette. Zij stierf uiteindelijk onfortuinlijk in 1940 op 25-jarige leeftijd aan tbc. En aan het leven van de jonge joodse Amsterdamse musicus en componist Dirk Kattenburg (1919-1944) kwam een bruut einde toen hij op transport werd gesteld naar Auschwitz. Van deze drie componisten nam de Muziekbank een aantal prachtige cd’s in de collectie op, bedoeld voor de geïnteresseerde liefhebber van 20ste eeuwse muziek met een neus voor minder bekend repertoire van hoog gehalte.

Zie in de collectie bijvoorbeeld de volgende cd’s:

Kaprálová (Vitezslava) – Portrait of the Composer CK6103

Kattenburg (Dirk) – Kamermuziek CK6143

Krenek (Ernst) – Sechs Motetten nach Worten von Franz Kafka – Choral Works CK6177