Een ware Bach-adept zal zijn hoofd ontbloten als hij voor het eerst de Thomaskirche in Leipzig, waar Bach het grootste gedeelte van zijn leven werkte, betreedt, en geneigd zijn zelfs zijn schoenen uit te doen als hij het koor van de kerk, waar Bach begraven ligt, nadert. Zo diep kan de eerbied zijn voor de grote cantor en componist. Het is echter maar de vraag of de echte Bach onder de met bloemen gesierde zerk ligt, omdat men pas ruim een eeuw na diens dood zijn stoffelijke resten opgroef op de plek waar het oorspronkelijke graf werd gelokaliseerd. Het beeld dat wij van Bach hebben, is verraderlijk en getroebleerd, zo stelde Paul Hindemith al in zijn bijdrage ‘J.S. Bach, ein verplichtende Erbe’ (1950). Achter de geniale kunstenaar schuilt niet alleen de schepper van de Mattheuspassion maar ook een burgervader die zijn kasboek op orde tracht te houden en een ver familielid kapittelt over het zenden van een fles wijn vanwege de hoge tolkosten. Het beeld van Bach als hoog en verheven, doch in zijn tijd miskend genie, is in deze tijden al bijgesteld en genuanceerd dankzij diverse biografen, waarvan Christoph Wolff de belangrijkste, en meest evenwichtigste is. Maar veel van Bachs leven blijft in nevelen gehuld en een bron van speculatie. Geen wonder dat diverse filmmakers zich tot het maken van een biopic lieten inspireren, al was het maar om de appetijt van de immer aanwezige schare Bachfans te kunnen bevredigen.
Vrij recent is ‘Mein Name ist Bach’ van de Zwitserse regisseuse Dominique de Rivaz uit 2006, getiteld naar Bachs eerste woorden aan een douanier van de Koning van Pruisen, die op zijn Pruisisch – vrij onbeschoft dus – vraagt wie de twee mannen in de koets zijn en wat ze komen doen. De film is gebaseerd op het bezoek dat Bach met zijn zoon Friedemann in 1747 bracht aan Frederik de Grote, militair en muziekliefhebber en een even legendarisch historische figuur als de componist zelf. De film is neergesabeld door puristen die van mening zijn dat het daarin geschetste beeld de historische werkelijkheid, zover die te benaderen is, geen recht doet. De regisseur gebruikt echter wel degelijk verifieerbare feiten, maar kiest er voor eigentijdse elementen in de film op te nemen. Frederik is de jonge homoseksuele man met een vadercomplex en Bach is geen heilige, maar een ietwat vermoeide autoritaire componist, die Zijne Koninklijke Hoogheid direct in de gaten heeft, en niet meteen naar zijn pijpen wenst te dansen. Een confrontatie tussen de fluitspelende hooggeborene en de nurkse componist kan dus niet uitblijven. Zeer humoristisch zijn de scènes waarin Bach en Frederik in compromitterende pose gezamenlijk op ’s konings kameel een ritje maken, alsook de jamsessie waarin beide heren de frustraties in hun leven van zich af kunnen spelen.
Een wat rustiger en authentieker beeld geeft wellicht de film ‘Johan Sebastian Bach’ uit de reeks ‘Grosse Geschichten’ uit het TV-archief van de voormalige DDR. De film – onder regie van Klaus Eidam, die, zoals in zijn Bach-biografie van 15 jaar later zou blijken, over een goed dramaturgisch talent beschikte – werd uitgezonden in het jubileumjaar 1985 en geeft een ontroerend portret van Bach aan de hand van vier fases in zijn leven. Ulrich Thein zet in deze serie een doorleefde Bach neer, zoals die in de nagelaten brieven naar voren komt: ietwat vormelijk en bescheiden, koppig en driftig als het moest, en een familieman, die in zijn ‘vrije tijd’ gestaag doorwerkt aan zijn oeuvre. Ook de overige andere personages zijn prachtig uitgewerkt en worden vertolkt door een uitstekende cast. Een kleine dissonant is misschien het sentimentele optreden van de destijds bekende Franziska Troegner, als Bachs tweede vrouw, Anna Magdalena. Al met al echter, een goede investering van het DDR-regime, waarvan ook nu veel valt te genieten.
DK439 ‘Mein Name ist Bach’ (Speelfilm van Dominique de Rivas)
DK429 Johann Sebastian Bach (Televisiefilm van Klaus Eidam, DDR-produktie ‘Grosse Geschichten’)
Biopics van andere componisten:
DK219 Mozart – Das Wahre Leben Des Genialen Musikers (Marcel Bluwal)
DK217 Notturno (Speelfilm over de laatste dagen van Franz Schubert van Fritz Lehner)
DK216 Frühlingssinfonie (Speelfilm over de liefde tussen Schumann en Clara Wieck van Peter Schamoni)